1. Wat is schematherapie

Schematherapie is ontwikkeld door Young (1990) en gaat ervan uit dat mensen gevormd worden door temperament/aanleg en  ervaringen die men in de kindertijd heeft meegemaakt. Als kind heb je bepaalde basisbehoeftes zoals  een behoefte aan veiligheid, autonomie en een gevoel van competentie. Als die behoeftes voldoende worden vervuld, kan je je als mens gezond ontwikkelen.

Als de basisbehoeftes niet (voldoende) vervuld worden door bepaalde omstandigheden, life events en/of traumatische ervaringen, dan ontwikkelen zich bepaalde patronen (de zogenaamde schema’s). Deze patronen helpen in de kindertijd om om te gaan met nare ervaringen en de gevolgen hiervan, maar kunnen later in de volwassenheid in de weg zitten.

Schematherapie richt zich op het doorgronden en doorbreken van die patronen. Tijdens de therapie wordt onderzocht hoe ervaringen uit de kindertijd het huidige gedrag en denken beïnvloeden. De therapie helpt om oude patronen te herkennen en stap voor stap te doorbreken, wat leidt tot nieuwe, gezondere manieren van denken, voelen en handelen. Er wordt aandacht besteed aan het begrijpen van persoonlijke behoeften en het ontwikkelen van constructieve manieren om hiermee om te gaan. Op die manier ontstaat er meer ruimte om richting te geven aan het leven en om relaties met anderen te versterken.

Schematherapie heeft als algemene doelen het verkrijgen van inzicht in onderliggende behoeften en het leren hier op een gezonde manier aan tegemoet te komen. Hierbij wordt gekeken naar tekorten uit het verleden en hoe deze nu alsnog kunnen worden vervuld. Daarnaast richt de therapie zich op het verminderen van de invloed van disfunctionele schema’s en modi, zodat er flexibeler en meer aangepast gereageerd kan worden in het dagelijks leven.