2. Voor welke klachten
Schematherapie is oorspronkelijk opgezet voor het behandelen van mensen een borderline persoonlijkheidsstoornis, en daarna ook effectief gebleken voor het behandelen van andere persoonlijkheidsstoornissen. Tegenwoordig wordt schematherapie steeds meer ingezet als therapie toegepast bij andere problematieken zoals, zoals angststoornissen, depressieve stoornissen of PTTS, als een eerste-keus richtlijnbehandeling (zoals Cognitieve gedragstherapie) onvoldoende effect heeft gehad.
De behandeling gaat niet specifiek in op de klachten zelf, maar richt zich op de onderliggende patronen waardoor deze klachten mogelijk zijn ontstaan en in stand gehouden
Het protocol richt zich in essentie op cluster-C persoonlijkheidsstoornissen, maar kan breder ingezet worden. Cluster C persoonlijkheidsstoornissen worden gekenmerkt door angst, remming en controle. Men vindt vaak snel (nieuwe) situaties en contacten spannend en maakt zich snel zorgen. Men gaat daar vaak mee om door te zoeken naar controle, over zichzelf en over deze situaties en personen.